Het McKenzie concept

Het blijkt dat voor 80% van de a-specifieke rug- en nekklachten geen duidelijke oorzaak aan te geven is. Het McKenzie concept gaat daarom niet uit van het zoeken naar de oorzaak, maar is meer geïnteresseerd in het klachtenbeeld van de patiënt. Er wordt daarom gekeken hoe houding en beweging de klachten beïnvloeden en aan de hand daarvan wordt een behandelplan opgesteld.

mcKenzie concept NuenenBij rugpijn maak ik daarom gebruik van de McKenzie methode. Bij deze therapie is het belangrijk dat u zelf verantwoording neemt voor uw eigen herstel. De therapie bestaat namelijk uit oefeningen die u dagelijks meermalen moet uitvoeren. Natuurlijk coach ik u daar intensief bij. Het voordeel van deze therapie is dat u zelfredzaam wordt. Mocht de klacht terugkeren, weet u precies hoe u zelf uw klachten kunt verminderen.

Strekken van de rug

Veel voorkomende oorzaken van lage rugpijn zijn, slecht zitten en veelvuldig buigen in het dagelijks leven waardoor er een verlies in het strekken optreed. Daardoor is de therapie vaak gericht op het strekken van de rug.
De beweging die de klachten verminderd, is de voorkeursbeweging, vaakl dus in de richting van de strekking van de rug (hol maken).
Houdingen en activiteiten met een ronde rug m.n. zitten moeten vermeden worden omdat dan vaak de klachten weer toenemen.

De McKenzie methode

Deze methode, voor de behandeling van a-specifieke rug- en nekklachten, is in de jaren vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld door Robin McKenzie, een fysiotherapeut uit Nieuw Zeeland.

Patroonherkenning

In de anamnese (het vraaggesprek), is het McKenzie-concept gericht op patroonherkenning. Er wordt uitgegaan van drie syndromen ontwikkelt door McKenzie, waarvan de kenmerken goed beschreven zijn. Een syndroom is een geheel van klachten en verschijnselen. Tijdens de anamnese probeert de fysiotherapeut patronen te herkennen , m.a.w. wat past wel en wat past niet in de kenmerken van de syndromen.

Repeated Movements, centralisatiefenomeen

In het bewegingsonderzoek wordt gekeken welke bewegingen of houdingen de symptomen verergeren/ provoceren en wat voor bewegingen of houdingen de bestaande klachten verminderen/reduceren. Juist de herhaling van de beweging, of lang aanhouden van een positie geeft informatie over het beeld van een patroon. We zijn dus gericht op zoek naar belastende en ontlastende factoren.

Onder invloed van langdurig aangehouden houding en of herhaalde bewegingen kan de pijn in het been zich naar boven richting de rug (=proximaal) verplaatsen of naar beneden richting de voet of arm verplaatsen (=distaal). De vermindering van de klacht met verplaatsing van de pijn naar boven richting het centrum van de rug wordt het centralisatiefenomeen genoemd. De aanwezigheid en het gedrag van de pijn en de symptomen staan dus bij het onderzoek centraal en bepalen welk syndroom aanwezig is.

De drie syndromen:

Houdingssyndroom of ook wel “Posturaal” syndroom genoemd.

Patiënten met dit syndroom zijn meestal jong, onder de dertig.

Kenmerken:

  • De pijn is meestal lokaal, vlak langs de wervelkolom.
  • Geen pijn tijdens herhaald bewegen.
  • Geen bewegingsbeperking.
  • De pijn wordt veroorzaakt door mechanische vervorming van gezond weefsel, indien de wervelkolom eindstandig en langdurig statisch wordt belast. Bijvoorbeeld bij slecht in elkaar gezakt zitten of

Dysfunctiesyndroom

Patiënten zijn over het meestal ouder dan dertig jaar, behalve als een trauma de oorzaak van het probleem is. Deze mensen hebben een slechte gewoontehouding, meestal al jaren lang.

Kenmerken:

  • De pijn is meestal lokaal, vlak langs de wervelkolom.
  • De pijn wordt veroorzaakt door mechanische vervorming van verkort weefsel, dat haar elasticiteit en volledige bewegingsmogelijkheid verloren heeft.
  • Altijd op het einde van de bewegingsuitslag rekpijn, nooit gedurende de beweging
  • Bijna nooit uitstralende pijn.

Derangement-Syndroom.

Patiënten met dit syndroom zijn meestal tussen de twintig en vijfenvijftig jaar. Over het algemeen een slechte zithouding.

Kenmerken:

  • Acute pijn, binnen een paar uur tot ongeveer twee dagen.
  • Geen duidelijke oorzaak
  • De pijn zit lokaal langs de wervelkolom en kan uitstralen naar een been of arm in de vorm van pijn, doofheid of prikkelingen.
  • Vaak constante pijn. Stekend van karakter.
  • De klachten kunnen ontstaan, verergeren of verminderen, of verdwijnen als gevolg van het uitvoeren van bepaalde bewegingen of aannemen van bepaalde posities.
  • Bij dit syndroom hoort het centralisatie fenomeen.
  • Vaak forse bewegingsbeperking waarbij een dwangstand kan optreden.

Relevante websites: www.McKenzie.nl

2 onder 1 dak

Twee verschillende fysiotherapie praktijken onder het dak van Fysiotherapie Molenbroek